Ondanks de schampere opmerking is iedereen toch wel onder de indruk van het wagentje. 'Ik heb nooit pech', antwoord ik, en ik weet enige verontwaardiging niet te onderdrukken. 'Ja, vorig jaar één keer maar toen zat er veel te weinig olie in, daar kon het autootje ook niets aan doen'.

Na een matige nachtrust (regen op blik klinkt een stuk scherper dan regen op tentdoek, zo vond ik uit) rijden we terug naar Haarlem. Ik moet enige moeite doen om de andere auto's bij te houden bij het optrekken maar op een lang stuk snelweg haal ik ze alle drie in. Het feit dat zij zich aan de maximumsnelheid hielden en ik -een klein beetje- niet doet even niet ter zake: je moet bijdehante jeugd af en toe toch even laten zien dat er best wat pit in zo'n Viertje zit.
Die avond heb ik een afspraak staan in Hoofddorp. Op het moment dat ik aan de terugrit begin begint het al te schemeren, en ik besluit de snelweg te pakken in plaats van de weg binnendoor. Na een scherpe bocht in de oprit naar de A9 wil ik weer versnellen, maar de Vier houdt in. Verschrikt schakel ik naar de drie, maar nog steeds krijg ik geen tractie te pakken. Met weinig andere opties stuur ik de -gelukkig aanwezige- vluchtstrook op. Pas als ik tot stilstand ben gekomen hoor ik dat de motor helemaal is uitgevallen. Er rijdt vrijwel geen ander verkeer meer, het is 22:15. Ik doe een poging de motor te starten. De laatste keer dat ik me in een wel heel erg vergelijkbare situatie bevond had de hele motor zichzelf in elkaar gedraaid. De motor draait nu gelukkig enthousiast rond, aangespoord door de startmotor, maar slaat niet aan. De alarmlichtjes gaan aan en ik schakel terug naar stadslicht om de accu te sparen. Ik pak mijn ANWB-kaart en mobiel en ga achter de vangrail staan. Terwijl de late arrivals over me heen bulderen in de nadering naar de Polderbaan op Schiphol leg ik uit waar ik sta. Er wordt een spoedmelding voor me aangemaakt. Dan krijg ik een idee: ik heb vandaag redelijk wat kilometers afgelegd en de laatste tankbeurt is alweer even terug. Zou de tank zich vacuüm hebben gezogen? Tegen de regels in stap ik weer de vluchtstrook op, een hesje heb ik niet, en draai de tankdop open en weer dicht. Als ik de contactsleutel omdraai slaat de motor direct weer aan.

Gek genoeg hoopte ik het tegenovergestelde: ik had liever een excuus om veilig op de Wegenwacht te wachten dan dat ik doorrijd met het risico even verderop weer stil te vallen- er zijn daar een stuk minder veilige punten op de vluchtstrook. Als de motor een minuutje probleemloos stationair draait besluit ik het erop te wagen en bel de hulpmelding af. Juist op het moment dat ik de vangrail weer over stap slaat de motor abrupt weer af. Met een zucht bel ik voor de derde keer de ANWB alarmcentrale op. Terwijl de telefoon overgaat komt er een gele Volkswagen bestelbus de bocht om en stopt achter me op de vluchtstrook. Voordat er iemand op kan nemen hang ik op.
'Ik kreeg een pechmelding en vijf minuten later werd hij weer afgemeld, maar ik was al vlakbij dus ik kwam toch even kijken'. Kijk, daar ben ik blij mee!
Ik vertel de man mijn vermoedens over de onderdruk in de tank en het zou volgens hem best kunnen kloppen. We gaan het echter niet op de vluchtstrook uitzoeken: eerst word ik Haarlem in gesleept. Enigszins zenuwachtig vertel ik hem dat ik nog niet eerder ben gesleept op de snelweg, en hij neemt rustig de tijd om even de technieken door te spreken.
Tien minuutjes later staan we bij IKEA Haarlem. Ik ga voor middernacht in elk geval thuiskomen vandaag, en aangezien ik hier gewerkt heb ken ik wel wat relatief veilige parkeerplekken voor de nacht, mochten we geen oorzaak kunnen vinden.
De ANWB-monteur stelt voor om zonder benzinedop, onder zijn begeleiding, het laatste stukje naar huis te rijden. De motor draait inmiddels al enige tijd probleemloos stationair met open tank. Voordat we de kap dichtdoen geeft hij een tikje tegen een kabeltje en gedecideerd slaat de motor af. 'Aha', zegt hij. De dunne stroomkabel tussen de onderbrekerpuntjes en de bobine blijkt een lamme aansluiting te hebben. Ik start de motor om het euvel te reproduceren en opnieuw slaat de motor direct af zodra we het kabeltje wat bewegen. Er is inderdaad een breukje zichtbaar aan de kant van de bobine en de plastic mantel is enigszins verbrokkeld.
Terwijl ik de tankdop weer dichtdraai monteert de monteur een nieuw kabelschoentje voor de aansluiting op de bobine. De laatste drie kilometer naar huis gaan vlekkeloos en de privé-Wegenwacht die achter me aan rijdt voelt erg geruststellend!
Het is inmiddels 23:15. Ik bied de man een kop koffie aan, maar hij slaat het beleefd af. 'Ik ga lekker naar huis', zegt hij. Ik geef hem groot gelijk.
