Nu heb ik met het gangbaar maken, het blok heeft lang stil gestaan, behoorlijk wat kracht gezet om het blok rond te laten draaien en misschien ook nog wel de verkeerde kant op gedraaid

Omdat na inbouw de motor niet goed lopend af te stellen was, veel terugslag en "proesten' kreeg ik het vermoeden dat misschien de distubutie een tandje verschoven is.
Dus.. blok er weer uit, deksel eraf, grrr : Blijkt dat de afstelling goed is: Cilinder 1 op bdp, V-teken nokkenas en bolletje krukas wijzen exact naar elkaar.
Wat wel opvalt is dat de ketting aan de spannerzijde strak staat maar aan de andere zijde (behoorlijk) los. Los genoeg naar mijn idee om n tandje versprongen te zijn.
Volgens gekke Piet, over de 688 motor, zijn er 2 type spanners. Ik vermoed dat ik het hydraulische heb(type die automatisch ontspant) gezien het achterliggend oliekanaal. Piet zegt ook: "als de ketting de normale werkspanning heeft, loopt de lijn door de merktekens niet meer door het midden van de nokkenas."

Mijn vraag: Hoe kan ik de boel juist afstellen en uitsluiten dat de boel niet een tandje verdraaid is. En wat wordt verstaan onder "werkspanning?" Je zou denken dat dat is als de motor draait en dus oliedruk heeft om de kettingspanner te bedienen?